Maternale en omgevingsfactoren die significant geassocieerd zijn met het geboortegewicht van holsteinkalveren
DOI:
https://doi.org/10.21825/vdt.v83i1.16670Samenvatting
In deze studie werden de factoren onderzocht die significant geassocieerd zijn met het geboortegewicht van een holsteinkalf. De hier beschreven retrospectieve dwarsdoorsnedestudie bij 1594 holstein-friesiankalveren en hun moederdieren werd van 2011 tot 2013 uitgevoerd op vier melkveebedrijven in België en één in Duitsland. Bij de primipare moederdieren hadden het geslacht van het kalf, de drachtduur, het afkalfseizoen, de afkalfleeftijd en de grootte van het moederdier bij het afkalven (borstomtrek, schofthoogte, diagonale lengte) een significante invloed op het geboortegewicht (GG). Het GG was significant lager bij vaarzen die op zeer oude leeftijd afkalfden (25,5-37,3 maanden) (P < 0,001). Bij het afkalven tussen 22 en 23,5 maanden was het GG hoger dan bij vaarzen die tussen 20,3 en 22 maanden of tussen 23,3 en 25,5 maanden afkalfden (P<0,001). Bij de multipare moederdieren hadden het geslacht, het afkalfseizoen, de drachtduur, de pariteit, de lengte van de droogstand en de melkproductie tijdens de dracht (MDRACHT) een significante invloed op het GG (P < 0,001). Het GG van kalveren was respectievelijk 0,97 en 1,11 kg zwaarder bij koeien met een lage (1.400 tot < 5.400 kg) en een hoge (6.500 tot < 7.200 kg) MDRACHT dan bij koeien met een zeer hoge (7.200 tot < 11.600 kg) MDRACHT. De negatieve invloed van een vroege of late eerste partus bij vaarzen en van de zeer hoge melkproductie tijdens de dracht bij koeien op het geboortegewicht kan de basis zijn voor verder onderzoek naar de invloed van nutritionele en andere maatregelen tijdens de dracht op de productie en gezondheid van de nakomelingen op lange termijn.##submission.downloads##
Gepubliceerd
2014-02-26
Nummer
Sectie
Origineel artikel