De handbibliotheek van de eerste studenten diergeneeskunde (Frankrijk 18de eeuw)
Deel 2: van Bourgelat en Lafosse tot de kennisexplosie aan het begin van de 19de eeuw
DOI:
https://doi.org/10.21825/vdt.v83i3.16660Samenvatting
In deel 1 van deze korte reeks over de beschikbare veeartsenijkundige kennis voor de eerste studenten diergeneeskunde werd beschreven hoe zij het vóór 1750 moesten stellen met enkele standaardwerken over het paard en de paardenhouderij. Omdat er nog geen geformaliseerde opleiding diergeneeskunde bestond, hoeft het ook geen verbazing te wekken dat de echte veterinaire handboeken nog niet voorhanden waren. In dit tweede deel wordt dieper ingegaan op de periode rond en kort na de oprichting van de eerste veeartsenijschool door Claude Bourgelat (Lyon, 1761). Ongeveer tien jaar eerder publiceerde hij een eerste belangrijk werk en tijdens dezelfde periode brak ook Philippe-Etienne Lafosse door met een aantal erg educatieve publicaties. Vanaf dat moment kan gesteld worden dat er een aantal handboeken ter beschikking kwamen waarin werd afgerekend met tal van volkse remedies en waardeloze therapieën. De tot dan toe algemeen aanvaarde inzichten en gebruiken maakten plaats voor een meer wetenschappelijke benadering van het paard en -weliswaar schoorvoetend- een aantal andere huisdieren, inclusief het rundvee en de kleine herkauwers. Dit alles kaderde in een tijdsgeest die zou uitmonden in de Franse Revolutie, een keerpunt dat mee aan de basis lag van een heuse kennisexplosie en de publicatie van honderden werken over landbouw- en veeartsenijkunde die stilaan tot echte wetenschappen uitgroeiden.##submission.downloads##
Gepubliceerd
2014-04-29
Nummer
Sectie
Uit het verleden