Staarten couperen: modeverschijnsel in de late 19de eeuw geïntroduceerd bij het Belgisch trekpaard
DOI:
https://doi.org/10.21825/vdt.v87i1.16095Samenvatting
In tegenstelling tot wat veelal gedacht wordt, is de gewoonte om staarten te couperen bij het Belgisch trekpaard nog niet zo oud. De ingreep werd geïntroduceerd in de laatste decennia van de 19de eeuw. Talrijke afbeeldingen, schilderijen van beroemde dierenschilders, zoals Alfred Verwee (1838 – 1895) en anderen, tonen prijsdieren en werkpaarden voor dagelijks gebruik voorzien van intacte staarten met volle beharing. Op de foto’s en schilderijen is ook te zien dat de stompen in de eerste decennia na het in zwang komen van het couperen nog vrij lang gelaten werden. In het begin werd er ‘angliseren’ toegepast, i.e. amputeren gepaard met doorsnijden van de staartbuigspiertjes om de stomp en de ingekorte waaier doorlopend te laten oprichten en ‘krachtig’ te doen uitkomen, zoals dat ook bij dure rij- en koetspaarden het geval was. Later werd de amputatie alsmaar dichter bij de staartbasis uitgevoerd en konden de buigspiertjes intact gelaten worden. Het ‘trickle-down effect’ van de mode, navolging van wat gebruikelijk was bij de paradepaarden van de upper class, speelde hierin een allesoverheersende rol. De operatie werd algemeen precies in de tijd dat het Belgisch trekpaard nationaal en internationaal zijn grootste bloeiperiode kende. Vandaar wellicht dat de praktijk zo innig geassocieerd werd met het succes van dit type paard. Hoewel de ingreep sinds geruime tijd verboden is, wordt hij toch toegepast onder medische voorwendsels: om komaf te maken met slecht helende staartwonden.##submission.downloads##
Gepubliceerd
2018-02-27
Nummer
Sectie
Uit het verleden