Persisterende ductus arteriosus en pulmonalisstenose bij een labrador-retriever

Auteurs

  • S. Vester
  • S. Pil
  • V. Liekens
  • B. Van Goethem
  • A. Binetti
  • J. Saunders
  • P. Smets

DOI:

https://doi.org/10.21825/vdt.v87i5.16060

Samenvatting

Een drie maanden oude, vrouwelijke, intacte labrador-retriever werd doorverwezen wegens een vermoedelijk congenitaal hartprobleem. Klinische symptomen waren niet aanwezig, maar op het lichamelijk onderzoek werd een luide, continue hartruis met fremitus opgemerkt (graad 5 op 6) ter hoogte van de linkerhartbasis. Door middel van echocardiografie werd de diagnose van persisterende ductus arteriosus (PDA) en pulmonalisstenose (PS) gesteld. Anderhalve maand na de initiële presentatie werd de PDA chirurgisch gesloten. De PS werd medicamenteus behandeld met de ß-blokker atenolol en werd verder opgevolgd om de respons op deze therapie en de eventuele noodzaak van een ballonvalvuloplastie te evalueren. Deze casus toont aan dat een kwalitatief en volledig echocardiografisch onderzoek steeds noodzakelijk is bij een jong dier met een hartruis. Ook wanneer de oorzaak van de hartruis snel geïdentificeerd kan worden, in het voorliggende geval persisterende ductus arteriosus, moet er gecontroleerd worden op eventuele bijkomende afwijkingen, zoals hier pulmonalisstenose.

##submission.downloads##

Gepubliceerd

2018-10-30

Nummer

Sectie

Casuïstiek