Problemen omtrent partus en neonatale sterfte bij raskatten: een studie bij Vlaamse fokkers

Auteurs

  • J. De Moor
  • A. Van Soom
  • E. Wydooghe

DOI:

https://doi.org/10.21825/vdt.v88i2.16032

Samenvatting

Hoewel het fokken met raskatten aan populariteit wint, zijn weinig wetenschappelijke gegevens beschikbaar omtrent de partus en de problemen die hierbij kunnen optreden. In verschillende studies werd aangetoond dat kittensterfte bij fokkers varieert van 15 tot 40%. Aan de hand van een enquête bij fokkers werden in deze studie gegevens over 151 nesten verzameld van zes populaire rassen in Vlaanderen. De gemiddelde drachtduur bedroeg 65,1 ± 2,64 dagen. De gemiddelde nestgrootte bedroeg 4,5 ± 1,73 kittens. Kattinnen ouder dan vier jaar hadden een significant kleinere nestgrootte (3,6 ± 1,48 kittens) dan katten jonger dan vier jaar (4,8 ± 1,71 kittens) (P = 0,001). Bij 8,5% van de nesten werd bij de kattin een keizersnede uitgevoerd. Congenitale afwijkingen werden gerapporteerd bij 6,8% van de nesten. Het totale sterftepercentage tot de speenleeftijd bedroeg in de voorliggende studie 21,4%. Bij een kleinere nestgrootte (1-3 kittens: 12,2%), evenals bij grotere nesten (6-9 kittens: 7,3%) werd een significant hoger aantal doodgeboorten vastgesteld dan bij nesten van vier (4,8%) of vijf kittens (3,5%) (P = 0,016).

##submission.downloads##

Gepubliceerd

2019-04-29

Nummer

Sectie

Voor de praktijk