Vol 29 (1975)

Artikels

• De descriptie van Nederlandse pseudogekloofde zinnen in de Extended Standard Theory De basishypothese

  Fr. Daems

  5-17

  • PDF

• Mogelijkheden en grenzen van een historisch-woordgeografisch onderzoek, geïllustreerd aan de Wachtendonckse Psalmen

  L. De Grauwe

  19-28

  • PDF

• Het gelukkige moment van een ongelukkige oorlog Reacties in Westeuropese kranten op gebeurtenissen medio 1914

  J. M. H. J. Hemels

  29-54

  • PDF

• Stijn Streuvels en Frank Lateur

  Em. Janssen

  55-70

  • PDF

• Erasmus en Justus Lipsius in hun correspondentie over opvoeding en onderwijs

  J. Kluyskens

  71-82

  • PDF

• De ambtenaar in de ondergeschikte besturen op het einde van het Ancien Régime. Het statuut van het openbaar ambt. De benoemingsprocedures.

  P. Lenders

  83-159

  • PDF

• Gedachten over het leven en de dood in de Carmina Latina Epigraphica eigenheid en literair-filosofische afhankelijkheid

  Dorothy Pikhaus

  161-198

  • PDF

• Voor een geschiedenis van de Nederlandse emblemataliteratuur

  K. Porteman

  199-215

  • PDF

• Marcellus Emants' "Een nagelaten bekentenis" afrekening met von Feuchtersleben, vernieuwing van de naturalistische roman

  A. L. Sötemann

  217-234

  • PDF

• Ter interpretatie van "Op de dood van Sterre"

  F. Steyaert

  235-251

  • PDF

• Raakpunten tussen Euripides' Iphigeneia te Aulis en de Nieuwe Komedie

  H. Van Looy

  253-265

  • PDF

• De zogeheten Karolingische Renaissance een breekpunt in de evolutie van de Latijnse taal?

  Marc Van Uytfanghe

  267-286

  • PDF

• Taalkundige problemen bij de uitgave en studie van Oudengelse glossen

  Jan Verdonck

  287-292

  • PDF