Vol 64 (2010)

Artikels

• Quis nomen tenerum convivae contemnat? De constructie van de persona in J. C. Scaligers vijfde satire

  Shari Boodts

  3-17

  • PDF

• Hermes en Simplicius in Ḥarrān Over middeleeuwse en moderne mythevorming in de geschiedenis van de filosofie

  Daniel De Smet

  19-33

  • PDF

• Narratieve schokken, narratologische verschuivingen Kleists Erdbeben in Chili herbekeken

  Helena Elshout

  35-56

  • PDF

• “De ‘neuklassische’ tragedie als moreel exempel voor een nieuwe maatschappij” Paul Ernsts Demetrios, een tijdloze tragedie

  Zoë Ghyselinck

  57-72

  • PDF

• De Roman als Schilderij Vladimir Nabokov en Jean Rousset

  Flora Keersmaekers

  73-87

  • PDF

• De historische imperatief Elementen voor een moderne benadering van klassieke literatuur

  Jeroen Lauwers

  89-99

  • PDF

• “Papa, hoe was ’t vandaag bij u op ’t werk?” Taalvariatie en dialect binnen het gezin. Een onderzoek bij vier Groot-Aalsterse gezinnen

  Renée Moernaut

  101-115

  • PDF

• Vies en Vlaams: de literaire contestatie uit de jaren zestig Een analyse van het gestencilde tijdschrift daele (1966-1968)

  Liesbeth Plateau

  117-128

  • PDF

• Sprookjes in tijden van “crisis” Een functionalistische benadering van een literair fenomeen

  Stijn Praet

  129-146

  • PDF

• Veel talen, één brein Wat een studie van het meertalige kinderbrein ons leert over de effecten van verschillende vormen van tweedetaalverwerving

  Esli Struys

  147-163

  • PDF

• Taalvariatie op de Vlaamse openbare omroep Substandaardisering in fictieprogramma’s vroeger en nu

  Sarah Van Hoof

  165-182

  • PDF

• Van een hartveroverende bescheidenheid Zelfironie als intentionele auteursstrategie?

  Marc van Zoggel

  183-198

  • PDF