Vol 26 Nr 3 (2010): Tijd

Tijd loopt en lijkt een eenvoudig constant gegeven. Dagelijkse tijd, seizoenen, generaties, de Gregoriaanse kalender. De ritmes van dag en nacht lijken in te passen in de ritmes van seizoenen en levenslopen. Maar is dat wel zo? Was het niet Einstein die beweerde dat de tijd relatief is? Dat tijd afhankelijk is van het referentiekader waarin je je bevindt? In deze Agora gaan we op zoek naar een geografie van de tijd. Tijd is immers niet overal en altijd hetzelfde. Tijd is sociaal geconstrueerd. Denk maar aan de tijdzones die het probleem van dag en nacht rond de aardbol moeten opvangen. Aan zomer-en wintertijd, het schrikkeljaar. Bovendien geeft tijd betekenis. Is het niet zo dat je Darwins evolutieleer en geologische processen pas kan begrijpen als je tijd abstraheert? Als tijd onvoorstelbaar traag wordt? Mensen evolueren doorheen de tijd. Individuele levenscarrières kunnen zo stilaan uit elkaar gaan liggen, maar zijn in belangrijke mate ook op mekaar afgestemd. Mobiliteit doorheen de ruimte maakt dat mensen verschillende tijdsreferentiekaders ontmoeten en in conflict brengen. Steden hebben bijvoorbeeld verschillende ritmes. Leven in New York is verschillend van leven in Madrid, waar de activiteiten stilvallen na het middaguur. Reizen door de ruimte is dus ook reizen door de tijd.
Gepubliceerd:
2010-09-01