Van askop, lantaarns en wieken: molenterminologie in de Zuid-Nederlandse dialecten

Auteurs

  • Veronique De Tier

DOI:

https://doi.org/10.21825/vmend.v8i1-4.5177

Samenvatting

In dit artikel legt de auteur kort uit hoe een (wind)molen werkt, maar zij belicht daarbij vooral de woordenschat in de Zuid-Nederlandse dialecten en heel specifiek enkele belangrijke onderdelen die taalkundig interessant zijn. Dit artikel maakt vooral gebruik van de drie regionale woordenboeken en het proefschrift van Jan Stroop.

##submission.downloads##

Gepubliceerd

2010-06-11

Nummer

Sectie

Articles