Het leven in een Mechels hoedenmakersatelier in de jaren dertig van de vorige eeuw wordt beschreven aan de hand van de herinneringen van de auteur als kind. We zijn getuige van het jaarverloop, van de moeizame invoering van sluiöngsdagen in een dergelijke zaak, van belangrijke moderniseringen, van de intrede of het vertrek van ateliermeisjes, waarvan sommigen als het ware tot het huishouden behoorden. De bijdrage wordt afgesloten met een brokje jeugdsentiment. Ze geeft een tijdsbeeld, onderdeeltje en gedetailleerde technische beschrijving van een verdwenen wereld, met een persoonlijke toets. De documentatie werd gedeponeerd in het Museum van Folklore, afdeling Hoedenzolder, Grotenbergestraat 162, 9620 Grotenberge (Zottegem).
